De orang-oetang
Gedrag
Het is natuurlijk
wel bekend dat alle apen bananen eten maar ze eten natuurlijk ook nog veelmeer.
Het eten van vruchten vinden orang-oetangs heerlijk en behalve dat eten
ze ook nog noten, boomschors, insekten, eieren, bladeren en wortels. Als
een mannetjes orang-oetang een vrouwtje wilt krijgen gaat hij zingen, dat
begint met een zacht gebrom, dan wordt het harder en dan brult hij heel
hard en diep en hij stopt in een zacht gebrom. Tenslotte komt het mannetje
dichter bij het wijfje en begint levendig met haar te spelen.
Als een vrouwtjes
orang-oetang ca. 10 jaar is kan ze kinderen krijgen. Na een draagtijd van
ca. 8 maanden wordt het jong geboren. Het jong is wel 6 jaar lang dicht
bij zijn moeder. De moeder kauwt altijd eerst alles voor en zij moet binnen
6 jaar aan haar jong leren welke vruchten hij wel en niet mag eten. Een
wijfje krijgt gemiddeld 7 tot 8 baby's. 1 op de 3 baby's sterft
al snel na de geboorte. Ze krijgt dus ongeveer 5 of 6 overlevende baby's.
Vijanden van de
orang-oetang zijn er niet zo veel alleen de tijger en natuurlijk de mens
(stropers) zijn hun vijanden. Om zijn vijanden uit de buurt te houwen gaat
hij (net zo al hij een vrouwtje roept) brullen.
Geschiedenis
De eerste Europese
reizigers die Sumatra en Borneo bezochten keerden naar huis met verhalen
over ruige roodharige, wilde mensachtige, die ze bosmens noemden.
In 1641 schreef
Nicolaas Tulp, arts en burgemeester van Amsterdam een boek (observationem
medicarum) waarvan het laatste hoofdstuk ging, over een tot dan toe onbekend,
mensachtig wezen. Tulp had een mensaap bestudeerd, naar grote waarschijnlijkheid
een orang-oetang. En hij gaf hem een menselijk karakter. Later werd getwijfeld
of Tulp een chimpansee of orang-oetang had beschreven. De ontdekking van
de Sumatraanse orang-oetang werd pas rond 1820 toegeschreven aan de Engelse
zoöloog Clarke Abel. Tegenwoordig gaat men in sommige richtingen er
vanuit dat de mens, gorilla, chimpansee en orang-oetang rond 22 miljoen
jaar geleden gemeenschappelijke voorouders hadden. Mens en orang-oetang
lijken in lichaamsbouw nog op elkaar. Gezichts-expressies tussen mens en
orang-oetang zijn herkenbaar.
Leefomgeving
Het woord orang-oetang
betekent eigenlijk 'bosmens' en klopt ook wel want de orang-oetang leeft
ook in de bossen. Alleen op Borneo en Sumatra leven orang-oetangs, soms
wel op 2000 meter hoogte. Natuurlijk zijn ze ook in de dierentuin te vinden.
De orang-oetang komt haast nooit op de grond want hij is bijna de hele
tijd in de bomen aan het slingeren. De orang-oetang is van de mensenapen
zelfs de gene die het meest in de bomen voorkomt. Zelfs het slapen doet
de orang-oetang in de bomen. Overdag maakt hij dan van takken en bladeren
en slaapplaats in de bomen van de wouden. Orang-oetangs van Borneo en Sumatra
zijn met het uiterlijk goed uit elkaar te houden en worden daarom als ondersoorten
beschouwd. Door jacht en bosvernietiging is het aantal orang-oetangs (vooral
op Sumatra) zeer terug gelopen. Men wilt in beslag genomen orang-oetangs
zelf weer terug zetten in de bossen van Sumatra en Borneo, wat niet altijd
met succes gebeurd.
Uiterlijk
Orang-oetangs
hebben lange, roodbruine haren. Dat is handig want daardoor valt hij in
de bomen haast niet op. Hij heeft lange en sterke armen, dat moet ook wel
want als je door allemaal bomen moet klimmen en slingeren heb je voor zo'n
zwaar gewicht wel sterke armen nodig. De vrouwtjes hebben namelijk een
gewicht van 30 tot 50 kilo en de mannetjes wel een gewicht van 60 tot 90
kilo. De baby'tjes wegen 2 kilo en de orang-oetangs uit de dierentuinen
wegen meestal wel 190 kilo! Een vrouwtje wordt gemiddeld 115 cm lang, een
mannetje gemiddeld 140 cm lang. De grootste orang-oetang die ooit is gevonden
was 180 cm lang. Een orang-oetang heeft een grote keel en daardoor ook
een grote mond, letterlijk en figuurlijk. De buik die vol zit met darmen
zorgt dat het voedsel goed wordt verteerd maar dat is wel de reden dat
de orang-oetang zo zwaar wordt. De ogen van een orang-oetang zitten net
als bij de mens naast elkaar. Daarmee kunnen ze ook goed hun afstand inschatten
(handig voor bij het slingeren en het plukken van vruchten). De lichaamskenmerken
van de mens zijn eens vergeleken met die van de orang-oetang waaruit bleek
dat ze maar liefst 359 kenmerken gemeen hadden. Meestal worden de in het
wild levende orang-oetangs onderscheiden in 2 typen: een donkere en een
lichte soort.
Het donkere
type heeft als kenmerken:
-donker rood-bruine
of kastanje bruine vacht
-lange slanke
vingers
-een goed ontwikkelde
duim en grote teen
-slanke bouw
-minder druk karakter
-slimmer met gereedschappen
Het lichte type
heeft als kenmerken:
-roestbruine tot
oranje kleurige vacht
-minder ontwikkelde
duim en grote teen
-geen nagels
-zwaar gebouwd
-naar buiten gericht
karakter
(bij deze 2 types
zijn kruisingen mogelijk)
Geschreven door
Toby R. Commentaar emailen naar [email protected].
Niets van deze
pagina mag zonder medeweten van de auteur op welke wijze dan ook herpubliceerd
worden. |